
Bert van der Aalst over historie ‘Heibroek’

01-05-2024 | Laatste update: 17-09-2024
Het Heibroek in Eersel is een natuurgebied met een rijke geschiedenis die teruggaat tot enkele eeuwen geleden. Het Heibroek kenmerkte zich door zijn heidegrond en moerassige vlakte met de daar doorheen kabbelende Run. Voor veel lokale inwoners was het Heibroek een belangrijk ontmoetingspunt en een plek voor recreatie en sociale activiteiten.
Zo ook voor Bert van der Aalst (1954), geboren en getogen Eerselnaar. In gesprek met hem deelt hij levendige herinneringen aan het Heibroek, waar hij als kind spelend veel tijd doorbracht. Bert glundert wanneer hij over het Heibroek praat, “een paradijsje” noemt hij het. In de loop der jaren heeft hij vele historische verhalen en kaarten van het Heibroek verzameld, die hij maar al te graag deelt.
EERSTE VERHALEN
19e eeuw
In de 19e eeuw behoorde Heibroek tot het ‘gemeint’ (gezamenlijk gebied) van Eersel. Boeren binnen het gebied gebruikten de heidegronden om schapen te laten eten. Maar ook voor het afplaggen van de heidegronden als strooisel voor hun boerderij.
In 1875 kwamen de burgemeesters van Eersel, Riethoven en Bergeijk samen om de grond te verdelen aan de hand van het aantal mensen die daar leefden. De grond werd in 5 klassen verdeeld en de prijzen waren 12 tot 60 guldens per hectare. Toch ging deze verdeling uiteindelijk niet door. De betrokken eigenaren verklaarden dat ze de gronden hadden gekregen van hertog Philippe III van Bourgondië, uitgaande van een document uit 1464.

In 1896 kwam de markerwet en die zorgde ervoor dat de gezamenlijke gronden opnieuw werden verdeeld. Tot een verdeling van de Hei kwam het pas in 1923. Het Heibroek was voor een deel eigendom van de kerk. Een leuke anekdote die nog wordt herinnerd: ‘In 1900 riep pastoor Schoenmakers tegen Piet Kox, die hij vissend in ’t Heibroek betrapte, “In mijn broek wordt niet gevist”. “Ik zal uit ouw broek wel ut bleve”, moet Piet toen gezegd hebben’.

OPRICHTING JEUGDORGANISATIE
De jonge werkman
In 1935 kwam pastoor Aelen naar Eersel. Hij richtte “De jonge werkman” op, een jeugdstandsorganisatie die later bekend werd als de Katholieke Arbeidersjeugd (Kajotters). De kerk schonk het Heibroekbos aan deze jeugdorganisatie voor buitenactiviteiten, waarna de jonge arbeiders het gebied grondig onder handen namen. Ze groeven afwateringssloten, bouwden een houten bruggetje over de Run, een kapel, een 12 meter hoge uitkijktoren én een blokhut, waarvan de materialen grotendeels uit het Heibroek werden gehaald.

De zomer van 1939 markeerde de officiële opening van het buitencentrum. Het was een waar dorpsfeest waarbij heel Eersel aanwezig was. De blokhut werd een ontmoetingsplaats waar diverse activiteiten georganiseerd werden door de arbeidersjeugd. “En natuurlijk zullen daar op de diverse wandelpaden nieuwe relaties zijn ontstaan. Of de pastoor hieraan ooit zijn goedkeuring heeft gegeven is mij verder niet bekend”, lacht Bert. Er werden ook wel eens weekendovernachtingen gehouden en het was een lust om dan zondagsmorgens heel vroeg de uitkijktoren te beklimmen om de eerste zonnestralen als witte strepen over de velden te zien schijnen, de dauw op te zien lossen onder het gezang van de vele zangvogels.
TWEEDE WERELDOORLOG
Door de oorlogsomstandigheden verslapte de buitenactiviteiten. De eerste blokhut, die vlak langs het water stond, werd in bezit genomen door veel waterratten en kwam in verval. De blokhut is in de oorlog, toen het jeugdwerk op last van de bezetter was verboden, nog dienstbaar geweest als schuilplaats voor de geallieerde piloten. Drie parachutisten landden in de omgeving en werden via het Heibroek naar veilige oorden gebracht.


NA DE OORLOG
Nieuwe blokhut
Na de oorlog in 1946 werd er een nieuwe blokhut gebouwd. Deze tweede blokhut stond links van het pad en 30 meter van de Run. Het houten bruggetje was nog wel bouwvallig aanwezig maar het ‘kapelleke’ en de uitkijktoren zijn niet meer hersteld.
Bert: “In het voorjaar gingen we eieren zoeken van eenden, maar dit kon niet zonder tot aan de knieën kletsnat te worden. Vooral in de zomer bleef het aantrekkelijk plekje om er aangenaam te vertoeven. We gingen dan pootje baaien, vissen met een kolenzeef, en de Run afdammen. Dat vond Driek Lepelaars altijd een minder goed idee, want zijn weilanden kwamen dan helemaal onder water te staan. En stroomafwaarts hadden de koeien geen drinken.”
De Run was voor de kanalisatie in het Heibroek ± 5 meter breed en het water stond maar 25 centimeter diep. Op de bodem groeide door de schaduw geen planten en was bedekt met grof rood zand waarin je niet wegzakte.

Ruilverkaveling
In 1968 kwam er een einde aan dit volgens Bert sprookjesachtig paradijs. De Run werd in het kader van de ruilverkaveling gekanaliseerd voor een betere ontwatering en de vervallen blokhut werd gesloopt. Vier jaar later, in 1972, werd er een autoweg aangelegd en deze doorkruiste het zo bijzondere broekbos. Het Heibroek werd ontgonnen en gebruikt voor land- en akkerbouw. Eerder werd de omgeving van het Heibroek ontgonnen voor weiland en akkerbouw. Pas in 1950 werd het laatste stukje hei ontgonnen en ingezaaid met buntgras en kropaar.
Piet Versmissen
Piet Versmissen was de initiatiefnemer van het landgoed. Hij heeft de landbouwgrond in landgoed ontwikkeld. In 2012 nam Erik van Loon het landgoed over van Piet. Hij heeft Piet’s plan voor een gedeelte overgenomen en er nog veel hectares bijgekocht. Het landgoed is nu ruim 40 hectare en voor het grootste gedeelte openbaar toegankelijk.
Kwelgebied
Het Heibroek is een kwelgebied. Boeren hebben beregeningsputten geboord, waar tot op de dag van vandaag meermaals per jaar spontaan water uit komt geweld, een bijzonder natuurverschijnsel.
Bert vertelt: “Ondanks de veranderingen, blijft het Heibroek een bijzonder natuurgebied. Er bevinden zich nog steeds diverse dieren en vogels, nu met twee wildtunnels om dieren veilig de autoweg te laten oversteken. Gelukkig kun je nu nog bijzondere dieren aantreffen, eind augustus zag ik bijvoorbeeld nog 3 ooievaars bij het Heibroek foerageren, en ook de bever is al in de Run gespot.”
De herinneringen aan het historisch verleden van het Heibroek worden levendig gehouden door verhalen zoals die van Bert van der Aalst, die ons eraan herinneren hoe dit stukje natuur een belangrijk deel was van het lokale gemeenschapsleven.
Bronnen
• Eindhovense en Meijerijsche Courant
• Verhalen van P. van Woerkum (bestuurslid de jonge werkman)
• Kaarten; VGK. de Kempen Thijs Huizing
• Foto’s/landkaarten: Bert van der Aalst